plaatsing van kinderen op het speciaal(basis)onderwijs (toelaatbaarheid)

 
Procedure aanvraag en afgifte toelaatbaarheidsverklaring TLV)

In de wetgeving passend onderwijs is vastgelegd dat het samenwerkingsverband een procedure opstelt voor toelating tot gespecialiseerde voorzieningen, zoals het speciaal onderwijs en het speciaal basisonderwijs. De directeur-bestuurder van samenwerkingsverband Zeeluwe geeft de toelaatbaarheidsverklaring af.

Waar het bij een aanvraag om gaat is het antwoord op drie kernvragen:

  • Wat heeft dit kind nodig in deze situatie?
  • Wat vraagt dit van ons handelen?
  • Wat is best passende onderwijsplek voor dit kind?

Bij de beoordeling aanvraag toelaatbaarheidsverklaring staat de volgende vraag centraal “Zijn ouders, school van herkomst en de ontvangende school voor speciaal (basis)onderwijs er samen van overtuigd dat het gekozen arrangement (plaatsing in het s(b)o) op dit moment voor dit kind de beste plaats is?” Er wordt op overeenstemming gericht overleg (OOGO) door alle betrokken partners gevoerd waarbij het belang van het kind altijd voorop staat.

Bij de beoordeling van de aanvraag dienen altijd twee deskundigen een onafhankelijk advies af te geven over de motivatie en onderbouwing van de ondersteuningsbehoefte en de voorgestelde passend plek. De eerste deskundige is veelal een door de school ingezette orthopedagoog, die de leerling meestal ook heeft geobserveerd en/of onderzoek heeft gedaan. De tweede deskundige toetst het voorliggende advies vanuit een andere (aanvullende) invalshoek.

Als de handtekeningen van de drie partners, aanvragende school, ontvangende school én ouders met die van twee onafhankelijke deskundigen onder de aanvraag tot toelating staan, checkt de toelaatbaarheidscommissie van het ondersteunend bureau de aanvraag op volledigheid en kwaliteit van onderbouwing. Wanneer dit in orde is wordt de TLV door de directeur-bestuurder van het samenwerkingsverband afgegeven. Het moment van feitelijke plaatsing en inschrijving op de s(b)o school vindt dan in overleg tussen de drie partners plaats.

Als ouders en school(bestuur) het niet met elkaar eens worden, kunnen ouders na consultatie van het samenwerkingsverband een onderwijsconsulent vragen om hen in dit proces met de school te ondersteunen. Ook kunnen het samenwerkingsverband en eventueel leerrechtconsulenten worden ingeschakeld om tot een oplossing te komen. Wanneer dit niet tot een oplossing leidt kunnen partijen zich tot de geschillencommissie passend onderwijs en/of de commissie gelijke behandeling wenden. Uiteraard staat ook altijd de weg naar de rechter open.

Als schoolbesturen bij hun beslissing blijven en een passende onderwijsplek aanbieden en ouders hun kind thuis houden, worden altijd het samenwerkingsverband en de leerrechtconsulent ingeschakeld.

Binnen het samenwerkingsverband Zeeluwe is in het Ondersteuningsplan met alle schoolbesturen afgesproken, dat een TLV alleen wordt afgegeven als er sprake is van overeenstemming tussen alle partners, bekrachtigd met een handtekening. Dit houdt in dat alle partners zich tot het uiterste zullen inspannen om samen in het belang van het kind tot de best passende plek te komen.

We realiseren ons, dat het voor een schoolbestuur wettelijk is toegestaan om een TLV aan te vragen zonder toestemming van de ouders. Dit kan omdat het schoolbestuur zich anders niet aan de zorgplicht kan houden, het schoolbestuur vindt immers een SBO of een SO-school een betere plek voor het kind. Voorwaarde om dit zo in te zetten is, dat het schoolbestuur kan aantonen dat een maximale inspanning is geleverd om tot overeenstemming te komen tussen ouders en school over de best passende onderwijsplek voor de betreffende leerling en dat alle genoemde opties niet tot een oplossing hebben geleid.

Toelating

Het samenwerkingsverband voert de controle op de procedure uit. Daarbij wordt het volgende gecontroleerd:

1. Ouders zijn vroegtijdig geïnformeerd en in alle fasen van de procedure geconsulteerd.

2. Er is duidelijk sprake van een handelingsgerichte aanpak. Uit het “Ontwikkelingsperspectiefplan (OPP)” blijkt dat de ondersteuningsbehoeften van het kind vertaald zijn in een planmatige, handelingsgerichte aanpak met een duidelijke inbreng van de ouders.

3. Er is tijdig gebruikt gemaakt van expertise. De school heeft gebruik gemaakt van de diverse mogelijkheden tot ondersteuning.

4. De school heeft de mogelijkheid tot plaatsing in een andere basisschool of (indien aanwezig) een tussenvoorziening onderzocht. Plaatsing op een andere school binnen het eigen bestuur of eventueel een ander schoolbestuur kan de mogelijkheid bieden om thuisnabij een passende plek voor het kind te vinden. Er kunnen zich situaties voor doen waarbij een andere school beter aan de specifieke behoeften van het kind kan voldoen. Ook hierbij is het van groot belang dat ouders meegaan in het zoeken naar een andere school. Hetzelfde geldt voor plaatsing in een “tussenvoorziening”. Hierbij is altijd sprake van een tijdelijke plaatsing met de intentie dat het kind terugkeert naar eigen school en groep.

5. Het “OPP” is compleet ingevuld, gedocumenteerd en door ouders ondertekend. Dit document vormt de leidraad van de procedure en is de basis voor de toetsing. In dit document worden op handelingsgerichte wijze de onderwijs- en ondersteuningsbehoeften van het kind, de plannen van aanpak en de evaluaties vastgelegd. Hiermee is het ook mogelijk om de kwaliteit van de gevolgde procedure en aanpak te meten. Scholen moeten het OPP bij DUO aanmelden.

6. De handtekeningen van ouders, school van herkomst en school voor SBO/SO staan onder de aanvraag tot toelating in SBO/SO.

Overleg met ouders

De school voert met de ouders op instemming gericht overleg over de juiste aanpak. Ouders zijn daadwerkelijk partners, want ook zij hebben belang bij een goede en veilige ontwikkeling van hun kind. Dit vraagt van de school een proactieve houding. De school voor s(b)o denkt mee over de vraag hoe lang plaatsing in s(b)o noodzakelijk is en aan welke voorwaarden voldaan moet worden om verantwoorde terugkeer in een basisschool mogelijk te maken.

Termijn afgifte toelaatbaarheidsverklaring

De toelaatbaarheidsverklaring wordt voor maximaal drie schooljaren afgegeven. De scholen voor speciaal (basis) onderwijs moeten jaarlijks een MDO voeren met de ouders en indien mogelijk de school van herkomst om te bepalen of er een mogelijkheid is dat de leerling teruggeplaatst kan worden naar het regulier onderwijs (met eventueel een aanvullend aanbod).

Vóór het aflopen van deze termijn moet de school de procedure voor aanvraag verlenging toelaatbaarheidsverklaring inzetten en afronden.

 

 

meta347.jpg